Alcohol in het verkeer, het blijft een wat ongelukkige combinatie. Alcohol vergroot de kans op ongelukken aanzienlijk en dat is één van de redenen waarom er hard wordt opgetreden tegen alcohol in het verkeer.
Een glas bier van 250cc is gelijk aan een glas wijn met 100cc wijn of een glaasje van 35cc sterke drank. Een glas alcohol bevat 10 gram alcohol: dit is een promillage van 0.2 bij mannen en 0.3 bij vrouwen. Als bestuurder mag je niet rijden met meer dan 0.5 promille alcohol. Voor een beginnend bestuurder ligt de grens nog een stuk lager, op 0.2 promille alcohol.
In het lichaam breekt je lever de alcohol af. De lever doet ongeveer een uur tot anderhalf uur over de afbraak van één glas alcohol. Dit is niet bij iedereen gelijk (het hangt onder meer af van je geslacht, je grootte en hoe je lichaam gewend is aan gebruik van alcohol). Mannen kunnen gemiddeld meer alcohol drinken dan vrouwen voordat ze de limiet van 0.5 promille in het verkeer overschrijden.
Boetes voor beginnend bestuurders
De normale limiet voor bestuurders is 0.54. Beginnende bestuurders – personen die korter dan vijf jaar het rijbewijs hebben behaald – hebben een lagere limiet: 0.2. Deze limiet van 0.2 kan al worden bereikt na het drinken van een biertje of een glaasje wijn.
Wie onder invloed rijdt en betrapt wordt door de politie, kan een stevige bekeuring tegemoet zien. Word je staande gehouden bij een alcoholcontrole en is het alcoholpromillage tussen de 0.22 en 0.8, dan krijg je een boete van 350 euro. Een promillage van 1.15 tot 1.3 wordt bestraft met 750 euro boete. Een promillage hoger dan 1.3 levert een taakstraf op.
Op de brom- en snorfiets zijn de bekeuringen wat lager. Een alcoholpromillage tussen de 0.22 en 0.8 levert een beginnend bestuurder op de bromfiets een boete van 170 euro op.